Op 14 april heeft het RIVM een kennisnotitie gepubliceerd over uitstoot naar de lucht van zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) rondom Chemelot.
In de kennisnotitie heeft het RIVM een nieuwe wetenschappelijke methode getoetst met praktijkgegevens van meetpunt Vouershof bij Chemelot. De nieuwe methode kijkt naar de optelsom van de risico’s van de afzonderlijke stoffen om zo een risicoschatting van het mengsel te krijgen. Wanneer deze methode wordt toegepast bij Vouershof dan blijkt dat de uitstoot van het mengsel in het verleden in meerdere jaren boven de risiconorm is uitgekomen. Chemelot heeft in alle jaren voldaan aan de geldende wettelijke norm voor afzonderlijke stoffen.
Het RIVM doet onderzoek naar een nieuwe methode om meerdere schadelijke stoffen samen beter in beeld te brengen. Het gaat dan om de zogenaamde zeer zorgwekkende stoffen (ZZS). Dit helpt om in de toekomst bij vergunningverlening beter rekening te houden met gecombineerde gezondheidseffecten.
Voor het toetsen van deze methode in de praktijk is gekozen voor een casus rond het Chemelot-terrein in Geleen. Chemelot loopt namelijk voorop als het gaat om het meten van industriële uitstoot, waardoor er al veel meetgegevens beschikbaar zijn. Deze gegevens boden het RIVM de mogelijkheid om hun theoretische model in een concrete situatie te testen.
In de casus Chemelot is gekeken naar drie stoffen die vallen onder de categorie ZZS: benzeen, 1,3-butadieen en monovinylchloride (MVC). Deze stoffen worden afzonderlijk al getoetst aan wettelijke normen en voldoen daaraan. Echter, als de nieuwe cumulatiemethode wordt toegepast bij Vouershof dan blijkt dat de uitstoot van het mengsel in het verleden in meerdere jaren boven de risiconorm is uitgekomen.
Het RIVM stelt overigens dat er geen conclusies over daadwerkelijke gezondheidseffecten kunnen worden verbonden aan de constateringen in de kennisnotitie. Hier is meer onderzoek voor nodig.
In wet- en regelgeving is al vastgelegd dat bedrijven de uitstoot van ZZS zoveel mogelijk moeten minimaliseren. Deze verplichting werkt ook positief op door op terugbrengen van de opstelsom van de gezondheidseffecten van ZZS. Chemelot werkt samen met de provincie Limburg en Omgevingsdienst Zuid-Limburg (ODZL) actief aan het minimaliseren van de uitstoot en treft hiertoe maatregelen. Positief om op te merken is dat het jaar 2024 onder de risiconorm blijft en dat de ODZL aanleiding heeft om te veronderstellen dat ook de volgende jaren de uitstoot verder terugloopt.
Als gemeente nemen wij de constateringen uit de kennisnotitie serieus. Wij vinden het positief dat het Ministerie met behulp van het RIVM deze stap zet naar betere bescherming van de gezondheid van omwonenden. Wat in de kennisnotitie staat over de stapeling van drie zeer zorgwekkende stoffen, geeft aanleiding om vragen te stellen en om in gesprek te blijven met alle betrokken partijen. Wij blijven dit dossier met grote aandacht volgen en informeren u zodra er meer bekend is. De conclusie van het RIVM dat de gecombineerde blootstelling mogelijk effect kan hebben op de gezondheid, verdient het om serieus genomen te worden, zodat dit in de toekomst voorkomen kan worden.Wij staan erop te weten wat deze uitkomsten betekenen voor onze inwoners en duidelijkheid over de vervolgstappen.
Heeft u vragen of zorgen over gezondheid in relatie tot de uitstoot van Chemelot? Kijk dan op de Q&A-pagina van de GGD Zuid-Limburg.
Het RIVM voert in opdracht van het ministerie van IenW en de provincie Limburg ook een verkennend onderzoek uit naar de gezondheid van omwonenden van Chemelot. Dat onderzoek staat los van het onderzoek naar de nieuwe cumulatiemethode. Over dit onderzoek zijn we tijdig geïnformeerd en nemen wij als gemeente deel aan de begeleidingsgroep. Meer informatie over dit onderzoek vindt u op de website van het RIVM. Tijdens de gesprekken over het gezondheidsonderzoek is het onderzoek naar de meetmethode nooit ter sprake gekomen.