Met de energietransitie staat Nederland voor een grote opgave. Veel partijen werken daarom aan doelen zoals minder CO2-uitstoot, meer hernieuwbare energie, meer energiebesparing en minder afhankelijkheid van aardgas.
Om de voortgang van deze inspanningen te kunnen meten en nieuw beleid op het gebied van klimaat en duurzaamheid te kunnen formuleren is zo accuraat mogelijke informatie over gas- en elektriciteitsverbruik in woningen onmisbaar. Met de komst van slimme-meterdata kan het CBS nu maandelijks nauwkeuriger monitoren in plaats van deze te schatten, zoals voorheen.Het CBS kan voortaan werken met meer exacte en actuele cijfers over het gas- en elektriciteitsverbruik in woningen. Dat komt omdat nu maandelijks de meterstanden beschikbaar zijn van bijna14,2 miljoen slimme meters van huishoudens. Voorheen werd het energieverbruik geschat op basis van het verbruik in het voorgaande jaar en werd rekening gehouden met het weer. Dankzij de komst van slimme-meterdata is dat niet meer nodig. Overigens zijn de data die het CBS over het gas- en/of elektriciteitsverbruik publiceert anoniem en niet herleidbaar tot individuele huishoudens (zie ook de onderstaande link naar de strikte privacyregels die het CBS hanteert, red.).
‘Er kan nu meer nauwkeurig dan voorheen worden gemonitord’, zegt CBS-onderzoeker energiestatistiekenMark Mangnus. ‘En we hebben de mogelijkheid nieuwe inzichten op te doen. Beschikt een woning over een slimme meter, dan kan de netbeheerder de data over het gas- en/of elektriciteitsverbruik uitlezen.’ Dat het CBS voortaan over deze gegevens kan beschikken, noemt Mangnus een grote stap.
De onderzoeker schetst de vooruitgang aan de hand van een voorbeeld. ‘Stel, wij willen het gas- en elektriciteitsverbruikover 2023 kennen voor het hele land of een regio, maar nog niet alle consumenten hebben hun jaarafrekening gekregen van hun energieleverancier. Het CBS heeft deze cijfers dan dus ook niet. De leverancier maakt dan een schatting.In 2022 verbruikte een fictieve groep huishoudens gemiddeld1000 kubieke meter gas. Het was een warm jaar.In 2023 was het gemiddeld wat kouder, dus waarschijnlijk is er in dat jaar gemiddeld iets meer dan1000 kubieke meter verbruikt. Dankzij de data uit slimme meters baseren we ons niet langer op schattingen, maar op het daadwerkelijke verbruik van een geanonimiseerde groep meters. En dat ook nog eens per maand in plaats van per jaar.’
Laat het duidelijk zijn: de cijfers over gas- en elektriciteitsverbruik in woningen waren voorheen behoorlijk betrouwbaar. Mangnus: ‘Het CBS heeft altijd prima kunnen werken met de geschatte cijfers. Maar in de afgelopen jaren is het gedrag van veel consumenten veranderd als gevolg van de gestegen energieprijzen. Er ontstond een financiële prikkel om minder energie te gebruiken. Hierdoor is het verbruik in het afgelopen jaar een wat minder goede voorspeller geworden voor het verbruik in het lopende jaar.’
Daarnaast is de woningvoorraad veranderd, aldus Mangnus. ‘In de toekomst is de klassieke woning met een cv-ketel niet langer de norm. Steeds meer woningen worden aardgasvrij of bijna aardgasvrij verwarmd, met een warmtepomp of via stadsverwarming. Daarnaast krijgen steeds meer woningen zonnepanelen of een laadpaal voor de elektrische auto. Deze nieuwe ontwikkelingen gaan snel en beïnvloeden de nauwkeurigheid van de traditionele schattingen op basis van het afgelopen jaar. Dat komt omdat het energieverbruik in het verleden vooral afhing van het weer, maar we nu ook rekening moeten houden met veranderingen in het stookgedrag en verduurzamingsmaatregelen. Die veranderingen zijn veel lastiger te voorspellen.’
De landelijke overheid heeft behoefte aan zo accuraat mogelijke informatie over gas- en elektriciteitsverbruik. Daarmee kan ze bijvoorbeeld monitoren in hoeverre ons land erin slaagt de doelen uit het Klimaatakkoord van Parijs te halen. Daarom hebben de ministeries van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) en Klimaat en Groene Groei (KGG) via VIVETin 2023 aan het CBS gevraagd een actuele maandstatistiek op te zetten over de gas- en elektriciteitsleveringen aan verschillende typen woningen en niet-woningen. Hiervoor werd een beroep gedaan op Energie Data Services Nederland (EDSN). Dit is het IT-samenwerkingsplatform van de zes regionale en twee landelijke netbeheerders.
Wessel Popma is business analist bij EDSN. Hij vertelt: ‘Een van onze activiteiten is het beheren van de data die de netbeheerders hebben uitgelezen op slimme meters. In de afgelopen jaren hebben steeds meer woningen zo’n meter gekregen. Op9 april van dit jaar waren het er bijna14,2 miljoen die wij mogen en kunnen uitlezen namens de netbeheerders: circa8 miljoen voor elektra en ongeveer6,2 miljoen voor gas. Van99,6 procent van deze slimme meters worden de data uitgelezen, die EDSN vervolgens24 maanden kan bewaren. We hebben dus een schat aan data tot onze beschikking en vinden het interessant dat het CBS nu– in opdracht van deministeries – statistiek kan maken op basis van de slimme-meterdata.’
Mangnus: ‘We hadden wel een nieuwe, ingewikkelde puzzel te leggen. Hoe interpreteer je slimme-meterdata? Dankzij EDSN konden we de data doorgronden. Dat hielp ons bijvoorbeeld bij het schrijven van een technisch statistisch document voor het CBS. Daarin zijn de oude en nieuwe werkwijze naast elkaar gezet en is verklaard wat de voordelen zijn van de slimme-meterdata.’ Dat het CBS nu werkt met cijfers over de werkelijk verbruikte hoeveelheid gas en elektriciteit per maand is een grote verbetering. In een latere fase kan worden gerekend met de waarden per kwartier.
En waar zijn de cijfers straks terug te vinden? Mangnus: ‘De data komen onder meer terug in onze publicaties over het energieverbruik van woningen. De gegevens zullen ook worden gebruikt voor de jaarlijkse Klimaat- en Energieverkenning. Beleidsmakers kunnen zich dan baseren op informatie die nauwkeuriger is dan voorheen.’
De ontwikkeling van de maandstatistieken gas en elektriciteit valt onder het programma ‘Verbetering van de informatievoorziening voor de energietransitie’ (VIVET). Daarbinnen wordt samengewerkt door onder meer het CBS, het Kadaster, het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), in opdracht van de ministeries van VRO en KGG.