Minder verkeersovertreders in Limburg dankzij project ‘Op de Radar’

Het aantal notoire verkeersovertreders in Limburg is het afgelopen jaar fors gedaald. Dankzij het project Op de Radar, dat bestuurders met herhaald verkeerswangedrag persoonlijk aanspreekt, is het aantal zogeheten verkeersmeerplegers met maar liefst 23 procent teruggelopen. Daarmee laat de provincie zien dat gerichte handhaving en bewustwording wel degelijk effect hebben op het rijgedrag van hardleerse bestuurders.

Aanzienlijke daling van verkeersmeerplegers

Tussen 1 april 2024 en 1 april 2025 daalde het aantal meerplegers van 371 naar 285. Deze bestuurders vielen meerdere keren op door snelheidsovertredingen, door rood rijden, of bijvoorbeeld gevaarlijk rijgedrag. Het zijn juist deze personen die een verhoogd risico vormen in het verkeer. Minder van dit soort hardnekkige overtreders betekent direct meer veiligheid op de Limburgse wegen.

De daling wordt grotendeels toegeschreven aan de aanpak binnen Op de Radar, waarbij overtreders een persoonlijke brief ontvangen met daarin een heldere boodschap: “Pas je rijgedrag aan, of je komt onder intensiever toezicht te staan.” Deze directe, persoonlijke benadering blijkt effectief. De meerderheid van de aangeschreven bestuurders heeft het rijgedrag aangepast.

Extra aandacht voor hardnekkige overtreders

Toch is niet elke bestuurder gevoelig voor de waarschuwingen. Van de groep die het eerste jaar een brief ontving, bleken 35 personen opnieuw vier of meer verkeersovertredingen te hebben begaan. Zij blijven ook het komende jaar gekoppeld aan het project. Tijdens verkeerscontroles krijgen zij extra aandacht, met als doel alsnog gedragsverandering te stimuleren.

Volgens het Team Verkeer van de politie-eenheid Limburg is het persoonlijke contact cruciaal. “Veelplegers denken vaak dat ze ongrijpbaar zijn, maar door ze gericht te benaderen, raken ze uit die anonimiteit. Dat zorgt voor bewustwording,” aldus een woordvoerder van het team.

Bewustwording als wapen tegen verkeersonveiligheid

Het project Op de Radar is ontwikkeld om de verkeersveiligheid in Limburg structureel te verbeteren. Onderzoek toont aan dat veelplegers in het verkeer een beduidend hogere kans hebben om betrokken te raken bij een ernstig ongeval. Door deze risicogroep rechtstreeks aan te spreken, wordt ingezet op gedragsverandering voordat het daadwerkelijk misgaat.

De aanpak is tweeledig: enerzijds bewustwording via communicatie, anderzijds gerichte handhaving. De politie benadrukt dat deze combinatie noodzakelijk is om effect te boeken. “Een boete alleen verandert het gedrag niet altijd. Maar iemand persoonlijk aanspreken op zijn of haar verantwoordelijkheid maakt wel impact.”

Landelijke samenwerking en uitbreiding

De Limburgse aanpak blijft niet onopgemerkt. Bijna alle politie-eenheden in Nederland zijn inmiddels gestart met Op de Radar of bereiden invoering voor. Een treffend voorbeeld van die landelijke samenwerking was een verkeerscontrole in Den Haag, waar een deelnemer uit Limburg werd herkend dankzij het project en staande werd gehouden.

De samenwerking met partners als de Koninklijke Marechaussee speelt een belangrijke rol in de effectiviteit van het project. Door gegevens en signaleringen te delen, kunnen overtreders landelijk worden gevolgd en aangesproken.

Structurele aanpak voor veiliger verkeer

Met de daling van het aantal verkeersmeerplegers lijkt Op de Radar een succesvol voorbeeld van hoe handhaving en bewustwording elkaar kunnen versterken. De politie-eenheid Limburg geeft aan dat het project de komende jaren verder wordt ontwikkeld en verfijnd, met het oog op blijvende gedragsverandering en meer verkeersveiligheid.